Gegratineerde visfilets met peren en Romeinse sla

Ingrediënten

4 pangasius of andere visfilets. 3 peren. 4 dl water. 1 eetlepel suiker. ½ bouillonblokje. geutje sherry
1 à 2 grote kroppen Romeinse sla (of ½ kg witloof). 1 eetlepel boter. 1 eetlepel water. peper. zout
Witte sausbinder. 80 g gemalen kaas (Oude Brugse. parmezaan). peper en zout
4 aardappelen. 1 eetlepel boter. peper. zout. nootmuskaat. 2 eetlepels gesnipperde bieslook

Kook de aardappelen gaar, pureer ze, voeg de boter, de kruiden en de fijn gesneden bieslook toe.
Breng water, suiker en 1 ongeschilde in stukken gesneden peer aan de kook en laat dan nog 5 minuten koken. Giet door een zeef en vang het vocht op. Druk op de peer om zoveel mogelijk vocht eruit te krijgen, de peer zelf mag verwijderd worden.
Snij de Romeinse sla of het witloof fijn en stoof het gaar in 1 eetlepel boter en 1 lepel water. Kruid met peper en zout. Verwijder het deksel en laat het teveel aan vocht verdampen. Schik de sla in een vuurvaste schaal of in individuele schoteltjes.
Vul het perenvocht aan met een geut sherry en ½ bouillonblokje. Laat even inkoken en gebruik dan sausbinder om de saus te binden. Neem van het vuur en voeg onmiddellijk 70 g gemalen kaas toe. Breng indien nodig nog op smaak met peper en zout. Verdeel de helft van de saus over de sla
Snij de visfilets in de lengte in twee, plooi ze dubbel en schik ze op de sla. Schil de overige 2 peren, snij ze in dunne plakjes en plaats een halve peer naast iedere visfilet.(Laat nog wat plaats voor de aardappelpuree.) Giet de overige saus over de vis en de peren.
Schik hoopjes aardappelpuree op de schotel en bestrooi met de overige kaas.
Gratineer net voor het opdienen 15 à 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200°C.

18/10/2008