Mosselhapjes of kroketjes uit de oven

De mosselen in koud water met een snuif zout.
De ui en bleekselder fijnsnijden.
Een klontje boter verwarmen en de groenten daarin fruiten. Bevochtig met de wijn en voeg peper en laurier toe. Voeg de mosselen toe en laat onder gesloten deksel garen tot de mosselen net opengaan. Af en toe de mosselen opschudden zodat ze allemaal opengaan. Laat zeker niet te lang koken.
Schep de mosselen met een schuimspaan uit de kookpan. Giet het vocht door een zeef en bewaar het vocht en de groenten.
Haal de mosselen uit de schelp. Snijd de mosselen in kleine stukken en voeg ze bij de groenten.
Laat de gelatineblaadjes weken in koud water.
Laat de boter smelten, voeg de bloem toe tot een roux en laat even bakken. Voeg 3 dl kookvocht van de mosselen toe en breng al roerend met een klopper aan de kook. Neem van het vuur, breng op smaak en meng met de groenten en de mosselen met een houten lepel. Voeg de uitgeknepen gelatineblaadjes toe en de fijngesneden peterselie.
Beboter een ovenschaal en leg er plastiekfolie in. Verdeel de mosselvulling in de schaal, dek af met plastiekfolie en laat volledig afkoelen in de koelkast.
Neem 3 borden, doe in het eerste bord bloem, klop in het tweede bord de eieren los en meng in het derde bord paneermeel en panko.
Vorm tussen de handen kroketjes of balletjes van het koude mosselmengsel. Rol ze vervolgens door de bloem, het ei en het paneermeel. Leg ze naast elkaar op een groot bord en bewaar koud tot gebruik.
Verwarm de oven voor op 250°C en grill.
Leg de mosselballetjes op het bakmatje van de ovenplaat, bestuif ze met olie en laat ze 5 minuten in de oven bakken tot ze mooi bruin zijn. Schakel de oven uit en laat nog 2 minuten in de oven nagaren.
Dien op met wat groen en een sausje naar keuze, zoals mayonaise, tomatenketchup of mayonaise gemengd met kerrie.