Wortelcakejes met glazuur, meringue en sinaasappelsaus

Cakejes:

De oven voorverwarmen op 180°C.
Amandelpoeder, bakpoeder, kaneel, gember, nootmuskaat, zeste van sinaasappel en geraspte wortelen mengen.
De eieren scheiden en de eiwitten tot sneeuw kloppen, de suiker toevoegen, goed opkloppen en dan de eierdooiers er één voor één voorzichtig onder mengen.
Voeg het amandelmengsel toe, niet te lang roeren om zoveel mogelijk lucht in het beslag te houden.
Het deeg in papieren cakevormpjes doen die je in de muffinvormpjes plaatst.  Indien je geen muffinvorm hebt, kan je twee papieren cakevormpjes in elkaar plaatsen en vullen met deeg.
Bak de koekjes 25 minuten in een oven van 180°C en laat ze dan afkoelen in de vorm.

Meringue:

Kook 20 g water met 70 g suiker tot een temperatuur van 121°C.
Klop ondertussen 50 g eiwit in de keukenrobot stijf en voeg 30 g suiker geleidelijk toe.
Giet de suikersiroop straalsgewijs bij het draaiende eiwit en laat verder koud draaien.
Doe in een spuitzak met grote gekartelde huls.

Sinaasappelsaus:

Pers de sinaasappel uit en breng het sinaasappelsap aan de kook.
Klop ondertussen de eierdooiers met de suiker ruban. (dikke, gladde schuimige massa)
Voeg het sinaasappelsap toe, giet terug in het kookpannetje en laat al roerend indikken op het vuur, maar laat net niet koken. Laat afkoelen.

Glazuur:

Breek de chocolade in stukjes en laat 1 minuut smelten in de magnetron. Controleer en verleng de tijd een weinig indien nodig.
Roer ondertussen de kaas los met de suiker, voeg dan de gesmolten chocolade toe en vervolgens de kokosnootrasp.

Afwerken

De noten grof hakken.
De papieren vormpjes van de cakejes verwijderen en de koekjes horizontaal doorsnijden. En het onderste deel bestrijken met de kaasglazuur, leg het bovenste deel erop en strijk eveneens in met kaasglazuur. Werk de bovenkant af met een weinig gehakte noten.
Plaats de koekjes op individuele borden, spuit meringue op de koekjes, brandt deze af met een gasbrandertje en schep de saus errond.